Spaans : Nederlands
por la noche = avonds
por la tarde = middags
por la mañana = ochtends
a la carta = a la carte
recomendar = aanbevelen
encantado = aangenaam
vestirse = aankleden
llegar = aankomen
aceptar = accepteren
détras = achter
dejar = [achterlaten] / loslaten
apellido = achternaam
actividades = activiteiten
dirección = adres
aire acondicionado = airco
de acuerdo = akkoord
por favor = alstublieft
siempre = altijd
Andalucia = Andalusië
otro = andere
abril = april
aqua-aerobics = aqua-aerobics
agosto = augustus
baño = bad
gracias = bedankt
gracias por = bedankt voor
iniciar / [empezar] = beginnen
importante = belangrijkste
tocar el timbre / [llamar] = bellen
practicar = beoefenen
especificamente = bepaalde
descripción = beschrijving
televisión de pago = betaalde tv
pagar = betalen
lugar de interés = bezienswaardigheden
visitar = bezoeken
ofrecer = bieden
por ejemplo = bijvoorbeeld
recado = boodschap
barco = boot
paseo en barco = boottocht
folleto = folder / [brochure]
autobús = bus
parada = (bus)halte
línea de autobús = buslijn
paseo en autobús = busreis
catedral = kathedraal
centro = centrum
conforable / [cómodo] = comfortabel
salas de conferencia = conferentiezalen
tarjeta de crédito = creditcard
después = daarna
adiós = dag
días = dagen
entonces = dan
bailar = dansen
actuación de baile = dansvoorstelling
eso = dat
La Haya = Den haag
tercero = derde
cerca = dichtbij
discoteca = disco
hacer = Doen
jueves = donderdag
por = door
le paso con = doorverbinden met
ducha = douche
tres = drie
Los Reyes Magos = Driekoningen
beber = drinken
durar = duren
caro = duur
uno = een
habitación individual = éénpersoonskamer
primero = eerste
final = eind
estación terminal = eindstation
cada = elke
correo electrónico = e-mail
entrada = entreekaartje
muy = erg
comer / comida = eten
eventos = evenementen
excursión = excursie
servicios = faciliteiten
fiestas = feesten
salas de fiesta = feestzalen
gimnasio = fitnessruimte
secador = föhn
folleto = [folder] / brochure
fruta = fruit
functionar = functioneren
ir = gaan
pasillo = gang
los clientos = gasten
fecha de nacimiento = geboortedatum
usar = gebruik maken
no = geen
de nada = graag gedaan / [geen dank]
dar = geven
acogedoras = gezellig
guía = gids
bien / bueno = goed
buenas tardes = goedemiddag
buenos días = Goedemorgen
barato = goedkoop
barrio Gótico = Gotische wijk
de nada = [graag gedaan] / geen dank
canales = grachten
gratis = gratis
grupo = groep
media hora = half uur
toallas = handdoeken
servicio de toallas = handdoeken service
cambiar las toallas = handdoeken verschonen
más alto = hoger
muchas gracias = hartelijk bedankt
[tener] / haber = hebben
muy bien = heel goed
señor = heer
repetir = herhalen
lo siento! = het spijt me!
llamarse = heten
aquí = hier
cómo = hoe