Spaans : Nederlands
alto = hoog
América Latina = Latijns-Amerika
americano = Amerikaans
Archipiélago de Colón = Columbusarchipel
¿Cómo se va al [autopista] de ...? = Hoe kom ik op de [snelweg] naar ....?
carretera = straat / weg
clima / [climático] = klimaat
común = gemeenschappelijk
continente = continent
cosa = ding
recorrer / [cruzar] = doorkruisen
denso = dicht
desde = sinds
diversidad = diversiteit
espectacular = spectaculair
estar = zich bevinden
frío = koud
geográfico = geografisch
hasta = tot
hay = er zijn
Islas Galápagos = Galápagoseilanden
Islas Malvinas = Falklandeilanden
kilómetro = kilometer
montaña = berg
muchos = vele
norte = noorden
oeste = westen
paisaje = landschap
pasar por = doorkruisen / gaan door
puerto de montaña = bergpas
[recorrer] / cruzar = doorkruisen
ruta = route
selva tropical = tropisch regenwoud
sur = zuiden
también = ook
estar unido por = verbonden zijn door
zona = zone / gebied
encontrarse con = aantreffen
Andez = Andes
cacao = cacao
café = koffie
capital = hoofdstad
centro = centrum
[clima] / climático = klimaat
cobre = koper
costa = kust
creer = geloven
dólar = dollar
la empanada = gevuld deegflapje
gallopinto = Costa Ricaans bonengerecht
importante = belangrijk
interés = interesse
interior = binnenland
Isla de Pascua = Paaseiland
lengua oficial = officiële taal
locro = Latijns-Amerikaanse stoofpot
millón = miljoen
moneda = munteenheid
parque natural = natuurreservaat
peso = peso
población = bevolking
producto = product
seco = droog
estar seguro = zeker zijn
templad = gematigd
turístico = toeristisch
¿[verdad?] = nietwaar?
aceite = olie
Andalucía = Andalusië
catalán = Catalaans
Cataluña = Catalonië
gallego = Galiciër
Islas Baleares = Balearen
Islas Canarias = Canarische Eilanden
paella = paella
vasco = Baskisch
apartado de correos = postbus
atlántico = Atlantisch
bebida = drank
contestar = antwoorden / beantwoorden
desierto = woestijn
enviar = sturen / zenden
estado = staat
estrella = ster
fabuloso / fantástico = fantastisch
ganar = [winnen] / verdienen
gastos = onkosten
habitante = inwoner / inwoonster
hotel de cinco estrellas = vijfsterrenhotel
lluvioso = regenachtig
maya = Maya
ninguno = geen
pagado = betaald
para dos personas = voor twee personen
persona = persoon
respuesta = antwoord
río = rivier
sobre = over
supermercado = supermarkt
tequila = tequila
viaje = reis
Yucatán = Yucatán
además = bovendien
ahora = nu
allí = daar
amable = vriendelijk
archivo adjunto = bestand in bijlage
arena = zand
asunto = onderwerp
beso = kus
calor = hitte / warmte
casi = bijna
después = daarna
día = dag
hace calor = het is warm
hacer = maken
húmedo = vochtig
increíble = ongelooflijk
llover = regenen
llueve = het regent
mañana = morgen
maravilloso = wonderschoon
más = meer
maya = Maya
negro = zwart
no importa = dat maakt niets uit
Pacífico = Stille Oceaan
papis = pap en mam
por la tarde = 's middags
precioso = prachtig
rico = lekker
ruina = ruïne
simpático = sympathiek; aardig
todo el mundo = iedereen
¿[vale?] = oké?
guacamole = guacamole / avocadopuree
mexicano = Mexicaans
plato = gerecht
tradicional = traditioneel
acueducto = aquaduct
algún = een of ander
Alhambra = Alhambra
biólogo = bioloog
bióloga = biologe
lindo / [bonito] = mooi
bueno = nou / welnu
ciudad = stad
conectar = verbinden
exactamente = precies
final = einde
a final de mes = aan het eind van de maand
interesante = interessant
[lindo] / bonito = mooi
muchas gracias = Hartelijk dank
parque = park
perfecto = perfect
por ejemplo = bijvoorbeeld
primero = eerst
romano = Romeins
sala de encuentros = chatroom
canguro = kangoeroe
Caribe = Caraïbisch gebied
Europa = Europa
pequeño = klein
pirámide = piramide
más poblado = dichtstbevolkte
reggae = reggae
Romanche = Reto-Romaans
Urales = Oeral
el bife a caballo = biefstuk met spiegeleieren
equipo = ploeg
camello = kameel
elefante / elefanta = olifant
molino de viento = windmolen
oso = beer
osa = berin
palmera = palmboom
pista de esquí = skipiste
Sagrada Familia = Heilige Familie
Torre de Pisa = toren van Pisa
Asia = Azië
China = China
chino mandarín = Mandarijn
dialecto = dialect
el Aconcagua = Aconcagua
activo = actief
[desde hace] / desde = sinds
latino = Latijns-Amerikaans
mayor = grootste
planeta = planeet
productor / productora = producent
segundo = tweede
superlativo = overtreffende trap
al sur = zuidelijk
volcán = vulkaan