Spaans : Nederlands prohibido = verboden preocupación = zorg dentro de poco = binnenkort todo el mundo = iedereen / de hele wereld plato = gerecht / bord nochebuena = de kerstavond la nochevieja = oudjaarsavond el año pasado = verleden jaar fuegos artificiales = vuurwerk echar de menos = missen quizá = misschien ambiente = sfeer jaleo = druk descansar = uitrusten enfermedad = ziekte despedida = ontslag vida = leven hace tres años = drie jaar geleden tan diferente = zo anders tener contacto = contact leggen pensionistas = gepensioneerden hallar = vinden encontrar = vinden / ontmoeten sueldo = salaris por las mañanas = 's morgens traer = brengen tanto = zoveel dolor de garganta = keelpijn garganta = keel tener ganas = zin hebben