Woordenlijsten Spaans - Paso Adelante - 1 THV

encantado ¡encantado!	vale	gracias
por favor por favor	aquí tiene aquí tiene	aquí tienes aquí tienes
adiós ¡adiós!	hasta mañana ¡hasta mañana!	mañana
el fin de semana	la casa	el primo el sobrino / el primo
la madre	el padre	enamorado enamorado
guay	guapo	bonito
todo	delante de justo delante de nosotros marchaba un tractor	lejos
cerca	a la derecha	a la izquierda
todo recto	al lado de	enfrente de
aquí	la calle	el hospital
el instituto	el centro comercial	la estación

bedankt	oké	aangenaam aangenaam!
alsjeblieft alsjeblieft als je iets geeft	alstublieft alstublieft als je iets geeft	alstublieft alstublieft als je iets vraagt
morgen	tot morgen tot morgen!	dag dag!
de neef de neef	het huis	het weekend
verliefd verliefd op	de vader	de moeder
leuk / mooi	knap	leuk
ver	voor vlak voor ons reed een tractor	alles
naar links / aan de linkerkant	naar rechts / aan de rechterkant	dichtbij
tegenover	naast	rechtdoor
het ziekenhuis	de straat	hier
het station	het winkelcentrum	de middelbare school

estar	buscar	quieres
quiero	me gusta	beber
comer comer / cenar	el centro	el banco
la tienda de ropa	el cine	la panadería
el supermercado	la farmacia	el kilo
el chocolate	los dulces	las patatas
la manzana la manzana es agria	pan el pan fresco	el tomate el tomate es rojo
la carne	algo más ¿algo más?	cuánto es ¿cuánto es?
quién ¿quién?	qué ¿qué?	cuánto ¿cuánto?
cuáles ¿cuáles?	cuándo ¿cuándo?	aquí
allí

jij wilt	zoeken	zijn / zich bevinden
drinken	ik vind … leuk	ik wil
de bank	het centrum	eten eten
de bakker	de bioscoop	de kledingwinkel
de kilo	de apotheek	de supermarkt
de aardappelen	de snoepjes	de chocolade
de tomaat de tomaat is rood	brood het verse brood	de appel de appel is zuur
hoeveel is het hoeveel is het?	anders nog iets anders nog iets?	het vlees
hoeveel hoeveel?	wat wat?	wie wie?
hier	wanneer wanneer?	welke welke?
		daar