Spaans : Nederlands la fiesta de cumpleaños = het verjaardagsfeest el plan = het plan el cine = de bioscoop el concierto = het concert el bar = het café la discoteca = de discotheek la [mañana] = de [morgen] la película de misterio / intriga = de spannende film la película de miedo = de horrorfilm la película de fantasía = de fantasyfilm el disco = de cd el grupo de música rock / pop = de pop- / rockgroep La entrada = het entreebewijs la temporada = het seizoen el episodio = de aflevering el actor = de acteur la actriz = de actrice el cantante = de zanger / de zangeres la suerte = het geluk el regalo = het cadeau la guitarra = de gitaar todavía no = nog niet ¡[feliz cumple]! = [gefeliciteerd]! de acuerdo = afgesproken apetecer = zin hebben om hacer algo divertido = iets leuks doen [quedar] con = [afspreken] met regalar = cadeau doen bailar = dansen ensayar = repeteren dar = geven invitar a = [uitnodigen] voor de nada = graag gedaan / [geen dank] no te preocupes = maak je geen zorgen