Spaans : Nederlands la adicción = de verslaving el aficionado = de liefhebber a través de = door acostumbrarse = wennen aan apuntar = noteren aumentar = vergroten con profundidad = grondig de todos los tiempos = te allen tijde disfrutar = genieten dudar = twijfelen eliminar = verwijderen en lugar de = in plaats van la estrella = de ster [exigente] / complejo compleja = veeleisend la fuerza = de kracht el hábito = de gewoonte la imagen = het beeld juvenil = jeugd- mejorar = verbeteren molestar = hinderen musculado = gespierd el paciente = de patiënt el problema = het probleem recordar = zich herinneren reducir = verminderen relajarse = zich ontspannen saltar de = overslaan seguir = volgen la suerte = het geluk suficiente = voldoende sufrir = lijden tratar de = proberen te la víctima = het slachtoffer la victoria = de overwinning