Vraag : Antwoord nominaal = waarden met een categorie ordinaal = waarden met een volgorde waarbij de verschillen niet gelijk zijn interval = waarden met een volgorde met gelijke verschillen zonder natuurlijk nulpunt en verhouding ratio = waarden met een volgorde met gelijke verschillen, natuurlijk nulpunt en het staat in verhouding kwalitatieve data = data op nominaal of ordinaal niveau kwantitatieve data = data op interval of ratio niveau discrete variabele = [kan niet alle tussen variabelen aannemen], bijvoorbeeld 3 appels en niet 3,827 appels continue variabele = [kan alle tussen variabelen aannemen in theorie] bijvoorbeeld 1,575 kilo appels