Zweeds : Nederlands noll = nul ett = één två = twee tre = drie fyra = vier fem = vijf sex = zes sju = zeven åtta = acht nio = negen tio = tien elva = elf tolv = twaalf tretton = dertien fjorton = veertien femton = vijftien sexton = zestien sjutton = zeventien arton = achttien nitton = negentien tjugo = twintig