Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Italiaans Nederlands
  • abitare = wonen
  • vendere = verkopen
  • parlare = spreken
  • prendere = nemen
  • mangiare = eten
  • mangio = ik eet
  • prendo = ik neem
  • parlo = ik spreek
  • vendo = ik verkoop
  • abito = ik woon
  • lavoro = ik werk
  • abiti = je woont
  • vendi = je verkoopt
  • prendi = je neemt
  • mangi = je eet
  • lavori = je werkt
  • parli = je spreekt
  • lui lavora = hij werkt
  • lei vende = ze verkoopt
  • lei prende = ze neemt
  • Lei abita = u woont
  • lui parla = hij spreekt
  • abitiamo = we wonen
  • vendiamo = we verkopen
  • prendiamo = we nemen
  • mangiamo = we eten
  • lavoriamo = we werken
  • parliamo = we spreken
  • vendiamo = we verkopen
  • prendete = jullie nemen
  • vendete = jullie verkopen
  • parlate = jullie praten
  • mangiate = jullie eten
  • abitate = jullie wonen
  • prendono = ze nemen
  • lavorano = ze werken
  • vendono = ze verkopen
  • mangiano = ze eten
  • parlano = ze spreken