Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • aufstehen = opstaan
  • duschen = douchen
  • zur Schule gehen = naar school gaan
  • schlafen gehen = gaan slapen
  • morgens = 's ochtends
  • mittags = tussen de middag
  • nachmittags = 's middags
  • abends = 's avonds
  • nachts = 's nachts
  • danach = daarna
  • dann = dan / toen
  • zuerst = als eerste / eerst
  • früh = vroeg
  • spät = laat
  • Viertel nach (acht) = kwart over (acht)
  • halb (neun) = half (negen)
  • Viertel vor (neun) = kwart voor (negen)
  • gestern = gisteren
  • heute = vandaag
  • morgen = morgen
  • das Fach = het vak
  • die Fächer = de vakken
  • Biologie = biologie
  • Chemie = scheikunde
  • Deutsch = Duits
  • Englisch = Engels
  • Erdkunde = aardrijkskunde
  • Französisch = Frans
  • Geschichte = geschiedenis
  • Informatik = informatica
  • Kunst = kunst / ckv / tekenen
  • Mathe = wiskunde
  • Musik = muziek
  • Niederländisch = Nederlands
  • Physik = natuurkunde
  • Religion = godsdienst
  • Sport = gymnastiek
  • Wirtschaftslehre = economie