Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Angestellte = de werknemer
  • der Auftrag = de opdracht
  • der Betrieb = het bedrijf
  • der Fachmann = de vakman
  • der Lohn = het loon
  • der Nebenjob = de bijbaan
  • die Abteilung = de afdeling
  • die Arbeit = het werk
  • die Arbeitszeit = de werktijd
  • die Arbeitslosigkeit = de werkloosheid
  • die Funktion = de functie
  • die Planung = de planning
  • die Rente = het pensioen
  • die Stelle = de positie
  • die Steuer = de belasting
  • die Verantwortung = de verantwoordelijkheid
  • die Sitzung = de vergadering
  • die Versicherung = de verzekering
  • die Vorgabe = de richtlijn
  • die Zusammenarbeit = de samenwerking
  • das Büro = het kantoor
  • das Einkommen = het inkomen
  • das Gehalt = het salaris
  • das Werk = de fabriek
  • entlassen werden = ontslagen worden
  • herstellen = maken / produceren
  • kündigen = ontslag nemen
  • schaffen = maken / tot stand brengen