Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • auftreten = optreden
  • ausgehen / weggehen = uitgaan
  • erscheinen = verschijnen
  • flüstern = fluisteren
  • hingehen = erheen gaan
  • inszenieren = regisseren
  • klingen = klinken
  • präsentieren = presenteren
  • stattfinden = plaatsvinden
  • überraschen = verrassen
  • veranstalten = organiseren
  • (un)bekannt = (on)bekend
  • berühmt = beroemd
  • gemütlich = gezellig
  • gespannt auf (+4) = nieuwsgierig naar
  • riesig = reusachtig
  • speziell = speciaal
  • tagsüber = overdag
  • ungeheuer = enorm
  • am Anfang / anfangs = in het begin
  • am Ende = aan het einde
  • die besten Plätze = de beste plaatsen
  • klassische Musik = klassieke muziek
  • moderne Kunst = moderne kunst
  • aufs Konzert gehen = naar het (pop)concert gaan
  • den Abend verbringen = de avond doorbrengen
  • einen Film sehen = een film zien
  • in der letzten Reihe sitzen = in de achterste rij zitten
  • in die Disco gehen = naar de disco gaan
  • in die Stadt gehen = naar de stad gaan
  • ins Kino gehen = naar de bioscoop gaan
  • ins Konzert gehen = naar het (klassieke) concert gaan
  • ins Theater gehen = naar het theater gaan
  • mit meinen Freunden gehen = met mijn vrienden kletsen
  • zu meinen Freunden gehen = naar mijn vrienden gaan
  • interessant finden = interessant vinden
  • Das ist sehr schlimm. = Dat is heel erg.
  • der Anfang / der Beginn = het begin
  • die Band = de band
  • die Bands = de bands
  • der Besucher = de bezoeker
  • die Besucher = de bezoekers
  • die Bühne = het toneel / het podium
  • die Eintrittskarte = het entreekaartje
  • die Eintrittskarten = de entreekaartjes
  • das Ende = het einde
  • das Festival = het festival
  • die Festivals = de festivals
  • die Fete / die Party = het feestje
  • das Programm = het programma
  • die Programme = de programma's
  • der Regisseur = de regisseur
  • der Sänger = de zanger
  • die Sänger = de zangers
  • die Sängerin = de zangeres
  • die Sängerinnen = de zangeressen
  • die Stimmung = de sfeer