Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Kündigung = de opzegging / het ontslag / de ontslagbrief
  • der Mietvertrag = het huurcontract
  • aufgrund von / auf Grund von = op grond van
  • altersbedingt = leeftijd gerelateerd / gerelateerd aan de hoge leeftijd
  • krankheitsbedingt = veroorzaakt door ziekte
  • die Ausfallerscheinung = het uitvalverschijnsel / het uitvalsverschijnsel
  • in der Lage sein = in staat zijn
  • ausreichend = toereikend / voldoende
  • die Betreuung = de verzorging / de begeleidiing
  • der ambulante Pflegedienst = de thuiszorg
  • sicherstellen / gewährleisten = waarborgen
  • die Verschlechterung = de verslechtering
  • der Bedarf = de behoefte
  • die Pflegekraft = de zorgverlener / de verpleeghulp
  • einstellen = in dienst nemen / aannemen
  • rund um die Uhr = de klok rond
  • in unmittelbarer Nähe = in de onmiddelijke nabijheid
  • Insofern melde ich hiermit Eigenbedarf an der Wohnung an. = hier: om die reden stel ik u ervan op de hoogte dat ik de woning nodig heb voor eigen gebruik.
  • fristgerecht = binnen de gestelde termijn
  • die Übergabe der Wohnung = de overdracht van de woning
  • der Stichtag = de uiterste datum / de deadline
  • entsprechend = in overeenstemming met
  • hinweisen auf = wijzen op
  • Widerspruch erheben / Widerspruch einlegen = bezwaar aantekenen / bezwaar maken
  • die ausstehende Miete / die überfällige Miete = de openstaande huur / de achterstallige huur
  • ernsthaft krank = ernstig ziek
  • die Rufnummer = het telefoonnummer
  • der Adressat / der Empfänger = de ontvanger
  • das Bestellverfahren = de bestelprocedure
  • der Anbieter = de aanbieder
  • der Warenkorb = het winkelmandje / de winkelmand
  • der Online-Shop / der Onlineshop / der Webshop = de online shop / de online winkel / de webshop / de webwinkel
  • das Wunschprodukt = het gewenste product
  • der Suchbegriff = de zoekterm
  • die Suchfunktion = de zoekfunctie
  • stöbern = snuffelen / browsen
  • der Überblick = het overzicht
  • die Kategorie / die Kategorien = de categorie / de categorieën
  • die Menüleiste = de menubalk
  • der Klick = de klik
  • klicken auf = klikken op
  • die Einstiegsseite = de instappagina
  • der entsprechende Bereich = hier: het passende gedeelte
  • die Empfehlung = de aanbeveling
  • konkret = wezenlijk / concreet
  • erhalten = krijgen / ontvangen
  • der Einstieg / der Zugriff / der Zugang = de toegang
  • zugänglich = toegankelijk
  • die Kreissäge = de cirkelzaag
  • das Ergebnis darstellen / das Resultat darstellen = de uitkomst tonen / het resultaat tonen
  • darstellen = voorstellen / afbeelden
  • variieren = variëren
  • innerhalb = binnen
  • zu den Informationen gelangen / zu den Informationen kommen / die Informationen erreichen = de informatie vinden / bij de informatie komen
  • das Detail / die Einzelheit = het detail / de bijzonderheid
  • entweder oder = al dan
  • die Detailansicht = hier: de gedetailleerde informatie over het artikel
  • indem = doordat / door te
  • dafür vorgesehen = ervoor bestemd / daarvoor bestemd
  • das Kästchen = het hokje
  • schieben / verschieben = schuiven / verschuiven / slepen / verslepen
  • sich umsehen / sich umschauen = rondkijken / om zich heen kijken
  • sich auskennen = goed kennen / goed bekend zijn met / goed op de hoogte zijn