Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • außerdem = bovendien
  • dieser = deze / dit
  • frisch = vers
  • geschieden = gescheiden
  • günstig = voordelig / goedkoop
  • heutzutage = tegenwoordig
  • immer mehr = steeds meer
  • ledig = ongehuwd / single / alleenstaand
  • neu = nieuw
  • selber = zelf
  • verheiratet = gehuwd
  • wann = wanneer
  • was = wat
  • wer = wie
  • zuständig = verantwoordelijk
  • tätig sein = werken