Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • entscheiden = beslissen
  • behaupten = beweren
  • (Kontakte) knüpfen = (contacten) aanknopen
  • sich lohnen = de moeite waard zijn
  • erwähnen = vermelden
  • die KiTa = de crèche (afkorting)
  • die Kindertagesstätte = de crèche / de kinderopvang
  • der Kopierer = de kopieermachine
  • einzeln = apart
  • weil = omdat
  • auf Zeit = tijdelijk / ad interim
  • erstaunlich = verbazend
  • es geht um / es handelt sich um = het gaat over
  • der Text handelt über = de tekst gaat over
  • das Thema des Textes = het thema van de tekst
  • im Text steht, dass… = in de tekst staat dat…
  • weil ich kein Geld habe = omdat ik geen geld heb
  • das ist mir zu teuer = dat is me te duur
  • für Sie = voor u
  • mit Ihnen = met u
  • Ihr Name = uw naam
  • Ihre Adresse = uw adres
  • zu Ihrer Firma = naar uw firma
  • mit Ihrer Sekretärin = met uw secretaresse
  • mit Ihrem Auto = met uw auto
  • Ihre Rechnung = uw rekening / uw factuur