Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • sperren = opsluiten
  • der Käfig = de kooi
  • das Kaninchen = het konijn
  • nennen = noemen
  • genannt = genoemd / genaamd
  • der Pulli = de trui
  • sauteuer = peperduur
  • der Auftritt = het optreden
  • der Gemüseladen = de groentewinkel
  • sich leisten = zich veroorloven / veroorloven
  • die Größe = de maat
  • anprobieren = passen
  • die Umkleidekabine = het pashokje
  • anziehen = aantrekken / aandoen
  • das Angebot = de aanbieding
  • die Hose = de broek
  • das Geschäft = de winkel
  • der Stiefel = de laars
  • rechtzeitig = op tijd
  • die Prüfung = de toets / het tentamen
  • die Flüssigkeit = de vloeistof
  • die Jugendlichen = de jongeren
  • bevor = voordat
  • der Sauerstoff = de zuurstof
  • der Körper = het lichaam
  • die Tafel = het bord
  • erklären = uitleggen
  • der Unterricht = de les
  • vorziehen = voortrekken / prefereren
  • die Realschule = de havo
  • manchmal = soms
  • klappen = lukken