Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • nett = aardig
  • sich freuen auf = zich verheugen op
  • unbedingt = absoluut
  • der Zoff = de ruzie
  • bestimmt = beslist
  • der Arbeitgeber = de werkgever
  • aufwachsen = opgroeien
  • ausreichen = voldoende zijn
  • entsprechend = overeenkomstig
  • entstehen = ontstaan
  • sich verstehen = met elkaar overweg kunnen
  • lediglich = slechts
  • die Redewendung = de uitdrukking
  • der Reiz = de prikkel