Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Betriebsrat = de ondernemingsraad
  • die Tagesordnung = de agenda
  • der Top, der Tagesordnungspunkt = het agendapunt
  • das Ersatzmitglied = het vervangende lid
  • der heutige Tag = de huidige dag
  • die Sitzung = de vergadering, het overleg
  • alle Geladenen = alle genodigden
  • das Protokoll = de notulen
  • einstimmig = unaniem
  • genehmigen = goedkeuren
  • der Beschluss = het besluit
  • die Geschäftsleitung = de bedrijfsleiding, de leiding van een vennootschap
  • in Kenntnis setzen von = op de hoogte brengen van
  • die Enthaltung = de onthouding
  • die Begründung = hier: de motivering, de toelichting
  • derzeit, gegenwärtig = tegenwoordig
  • ebenfalls = tevens
  • erstreben = nastreven
  • der Zweck = het doeleinde
  • Mittel aufwenden = middelen spenderen, middelen besteden
  • außergewöhnlich = buitengewoon
  • vergleichbar = vergelijkbaar
  • ausreichend = toereikend, voldoende
  • seitens = van de kant van
  • beauftragen = belasten met
  • Vorkehrungen treffen = voorzieningen treffen, voorzorgsmaatregelen nemen, voorzorgsmaatregelen treffen
  • weder noch = noch
  • unverzichtbar = onmisbaar
  • gerechtfertigt, zu Recht = terecht
  • durchaus = volstrekt, wel degelijk
  • Üblich = gebruikelijk
  • der Vorschlag = het voorstel
  • der Schriftführer = de griffier, de scriptor, de secretaris
  • gez., gezeichnet = get., getekend
  • der Abteilungsleiter = het afdelingshoofd
  • die Umschulung = de omscholing
  • Aufgaben erfüllen, Aufgaben erledigen = taken vervullen
  • entbehren können = kunnen missen
  • die Frist = de termijn
  • angemessen, passend = passend, gepast
  • die Auswahl, die Wahl = de keuze, de selectie
  • der Konstrukteur = de technisch ontwerper
  • der Hersteller, der Fabrikant = de producent, de fabrikant
  • die Entscheidungshilfe = de hulp bij besluitvorming
  • ermöglichen = mogelijk maken
  • die Vielzahl = hier: het grote aantal
  • erweitern = verruimen, uitbreiden
  • die Schiene = de rail, de staaf
  • der Zeitaufwand = de te investeren tijd
  • die Buchse = het stopcontact
  • die Abmessungen, die Maße = de afmetingen
  • die Lebensdauer = de levensduur
  • der Durchmesser = de doorsnee, de doorsnede, de diameter
  • anzeigen = aangeven, tonen
  • die Belastung, die Steuer = de belasting
  • die Drehzahl = het toerental
  • fordern, erfordern = eisen, vereisen
  • in Frage kommen = in aanmerking komen
  • das Datenblatt = hier: het overzicht met de technische specificaties
  • einheitlich = hier: algemeen geldend, vergelijkbaar
  • durchsuchen = doorzoeken
  • herkömmlich = conventioneel, gebruikelijk
  • beteiligt sein an = betrokken zijn bij
  • Kriterien und Anforderungen genügen = aan criteria en eisen voldoen
  • auflisten, aufzählen, nennen = opsommen, noemen
  • zeitsparend = tijdbesparend, tijdsbesparend
  • problemlos = zonder problemen
  • die betreffende Anwendung = de desbetreffende toepassing, de betreffende toepassing