Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • außerdem = bovendien
  • backen = bakken
  • braten = braden
  • dann = dan
  • fertig = klaar
  • die Flasche = de fles
  • die Flaschen = de flessen
  • geben = geven
  • genau = precies
  • genug = genoeg
  • gleich = zo dadelijk
  • 500 Gramm = 500 gram
  • heiß = heet
  • kalt = koud
  • klappen = lukken
  • kochen = koken
  • der Kühlschrank = de koelkast
  • die Lebensmittel = de levensmiddelen
  • der Liter = de liter
  • die Portion = de portie
  • die Portionen = de porties
  • das Pfund = het pond
  • das Rezept = het recept
  • die Rezepte = de recepten
  • riechen = ruiken
  • das Salz = het zout
  • schon = al
  • süß = zoet
  • der Topf = de pan
  • in den Topf geben = in de pan doen
  • voll = vol
  • vorbereiten = voorbereiden
  • warten = wachten
  • wenig = weinig
  • zuerst = eerst
  • zuletzt = ten slotte