Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Stadt = de stad
  • die Adresse = het adres
  • wie = hoe
  • heißen = heten
  • alt = oud
  • woher = waarvandaan
  • aus = uit
  • was = wat