Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • aufstehen = opstaan
  • zu spät = te laat
  • die Aufgabe = de taak
  • das Frühstück = het ontbijt
  • die Brötchen = de broodjes
  • Was möchtest du trinken? = Wat wil je drinken?
  • kalte Milch = koude melk
  • die Wurst = de worst
  • der Käse = de kaas
  • die Butter = de boter
  • die Marmelade = de jam
  • heute = vandaag
  • das Abendessen = het avondeten
  • viel Spaß = veel plezier