Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Vokabel = het woordje
  • die Vokabeln = de woordjes
  • naschen = snoepen
  • deutlich = duidelijk
  • erklären = uitleggen
  • letztes Wochenende = afgelopen weekend
  • nächstes Wochenende = volgend weekend
  • anstrengend = vermoeiend
  • am Nachmittag = in de middag
  • ab = vanaf
  • danach = dan / daarna
  • sich gut anhören = goed klinken
  • das Einkaufszentrum = het winkelcentrum
  • einmalig = uniek
  • die Sache = het ding
  • die Sachen = de dingen
  • am Anfang / zunächst = in het begin
  • einsam = eenzaam
  • Freunde winnen = vrienden maken
  • so etwas = zoiets
  • im Laufe der Zeit = in de loop van de tijd
  • immer besser = steeds beter
  • erleben = meemaken / beleven
  • tief = diep
  • beeindruckt sein = onder de indruk zijn
  • zunächst = eerst
  • der Zweifel = de twijfel
  • sich gewöhnen an = wennen aan