Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • das Fass = het vat
  • obwohl = hoewel
  • wochentags = doordeweeks
  • feiertags = op feestdagen
  • geschichtlich = historisch
  • der Kronprinz = de kroonprins
  • verlängern = verlengen
  • vorverlegen = naar een vroegere tijd verplaatsen
  • spazieren = wandelen
  • bezeichnen = aanduiden / noemen
  • der Veranstaltungsort = het evenemententerrein
  • verlassen = verlaten
  • abraten = afraden
  • das Fahrgeschäft = de kermisattractie
  • die Hochschaubahn = de achtbaan
  • das Gespenst = het spook
  • die Gespenster = de spoken
  • das Geisterschloss = het spookhuis
  • das Riesenrad = het reuzenrad
  • die Pflicht = de plicht
  • die Veranstaltung = het evenement
  • die Veranstaltungen = de evenementen
  • der Einzug = de intocht
  • der Wirt = de kroegbaas
  • die Wirte = de kroegbazen