Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • geschwollen = opgezwollen
  • die Backe = de wang
  • der Weisheitszahn = de verstandskies
  • der Backenzahn = de kies
  • die Plombe = de vulling
  • herausfallen = eruit vallen
  • die Betäubung = de verdoving
  • der Schneidezahn = de snijtand
  • plombieren = vullen
  • die Zahnspange = de beugel
  • jemandem den Daumen drücken = voor iemand duimen
  • die Erkältung = de verkoudheid
  • die Tablette = de tablet
  • die Tabletten = de tabletten
  • sich verletzen = zich verwonden
  • einnehmen = innemen / slikken
  • die Medizin = het medicijn
  • schlucken = slikken
  • sich bedanken = bedanken voor / danken voor