Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Urlaub = de vakantie
  • England = Engeland
  • Frankreich = Frankrijk
  • schütten = stortregenen / gieten / stortregenen, gieten
  • faulenzen = luieren
  • der Strand = het strand
  • die Wanderung = de wandeltocht
  • die Wanderungen = de wandeltochten
  • fabelhaft = geweldig
  • das Fahrrad = de fiets
  • wandern = wandelen
  • öde = saai
  • das Flugzeug = het vliegtuig
  • die Schiffsfahrt = de scheepvaart
  • ausgehen = opraken
  • Das Meer = de zee
  • der See = het meer
  • sich setzen = gaan zitten