Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • im Essen stochern = maar wat in je eten zitten roeren
  • ordentlich = netjes
  • der Kartoffelsalat = de aardappelsalade
  • die Portion = de portie
  • das Sauerkraut = de zuurkool
  • das Apfelmus = de appelmoes
  • das Hähnchen = de kip
  • die Hähnchen = de kippen
  • die Frikadelle = de bal gehakt
  • die Frikadellen = de ballen gehakt
  • der Schweinebraten = het gebraden varkensvlees
  • die Hülsenfrucht = de peulvrucht
  • die Hülsenfrüchte = de peulvruchten
  • die Bohne = de boon
  • die Bohnen = de bonen
  • die Linse = de linze
  • die Linsen = de linzen
  • die Erbse = de doperwt
  • die Erbsen = de doperwten
  • sich auskennen = goed op de hoogte zijn
  • die Spülmaschine = de afwasmachine
  • ausnahmsweise = bij wijze van uitzondering
  • brechen = overgeven
  • der Eimer = de emmer
  • anrühren = aanraken
  • das Zeug = de rommel / de troep
  • Schmetterlinge im Bauch = vlinders in de buik