Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • soeben = daarnet
  • schicken = sturen
  • der Schneesturm = de sneeuwstorm
  • abfliegen (fliegt ab) = vertrekkken (vliegtuig)
  • übernachten = overnachten
  • der Vertreter = de vertegenwoordiger
  • das Doppelzimmer = de 2-persoonskamer
  • im 2. Stock = op de 2e etage
  • morgenfrüh = morgenochtend
  • gibt es die Möglichkeit = bestaat de mogelijkheid
  • das Erdgeschoss = de begane grond
  • die Küche = de keuken
  • schliessen = sluiten
  • sich beeilen = zich haasten
  • wecken = wekken
  • notieren = noteren
  • die Hilfe = de medewerking