Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • traurig = bedroefd
  • hören = (be-)luisteren
  • bringen = brengen
  • der Computer = de computer
  • das Datum = de datum
  • die Disko = de disko
  • das Dorf = het dorp
  • Deutsch = Duits (de taal)
  • auf Deutsch = in het Duits
  • Englisch = Engels (de taal)
  • Französisch = Frans (de taal)
  • herzlich = hartelijk
  • wiederholen = herhalen
  • der Schrank = de kast
  • die Lampe = de lamp
  • der Schüler = de leerling
  • sofort = meteen
  • aufsperren / öffnen = opendoen
  • das Fenster = het raam
  • schreiben = schrijven
  • der Spiegel = de spiegel
  • Sport machen = sporten
  • die Stadt = de stad
  • der Sessel = de stoel (gemakkelijke)
  • der Stuhl = de stoel
  • die Sprache = de taal
  • die Fremdsprache = de vreemde taal
  • der Tisch = de tafel
  • der Teppich = het tapijt
  • der Garten = de tuin
  • die Türkei = Turkije
  • einladen = uitnodigen
  • sich vorstellen = zich voorstellen
  • willkommen = welkom
  • wünschen = wensen
  • die Wohnung = de woning