Team Deutsch - Deel 2

Woordenlijsten Team Deutsch deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van Team Deutsch van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • das Gebäude = het gebouw
  • die Bank = de bank
  • die Bücherei = de boekhandel
  • die Pizzeria = de pizzeria
  • das Museum = het museum
  • der Bahnhof = het station
  • der Sportplatz = het sportterrein
  • die Post = het postkantoor
  • das Rathaus = het stadhuis
  • das Theater = het theater
  • der Supermarkt = de supermarkt
  • das Schwimmbad = het zwembad
  • die Fahrkarte = het kaartje
  • heiraten = trouwen
  • beten = bidden
  • das Formular = het formulier
  • ausfüllen = invullen
  • Geld wechseln = geld wisselen
  • ansehen + A = bekijken
  • die Haltestelle = de halte
  • die Brücke = de brug
  • Fahren Sie über die Brücke. = Rij de brug over.
  • mitten (in + D) = midden
  • Das Museum ist mitten im Park. = Het museum is midden in het park.
  • geradeaus = rechtdoor
  • durch = door
  • Gehen Sie durch den Park. = Ga door het park.
  • nächste = volgend(e)
  • die Kreuzung = de kruising
  • Die Post ist an der nächsten Kreuzung. = Het postkantoor is bij de volgende kruising.
  • Wie komme ich zum …? / Wie komme ich zur …? = Hoe kom ik naar …?
  • gleich = meteen
  • Die Post ist gleich hier an der Ecke. = Het postkantoor is hier meteen om de hoek.
  • Entschuldigung! = Pardon!
  • vorbeigehen an + D = voorbijgaan aan
  • Gehen Sie an der Post vorbei. = Ga voorbij het postkantoor.
  • zu Fuß gehen = te voet gaan / lopend
  • die S-Bahn = de sneltram / de sneltrein
  • einsteigen = instappen
  • umsteigen = overstappen
  • aussteigen = uitstappen