Team Deutsch - Deel 4

Woordenlijsten Team Deutsch deel 4

Hier vind je de woordenlijsten van Team Deutsch van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • ernst nehmen + A = serieus nemen
  • Man sollte die Wünsche der Jugendlichen ernst nehmen. = De wensen van de jeugd moeten serieus genomen worden.
  • das Industrieland = het industrieland
  • das Entwicklungsland = het ontwikkelingsland
  • auffordern = oproepen
  • Die Bundeskanzlerin forderte die Jugendlichen auf, mit ihr zu diskutieren. = De bondskanselier riep de jeugd op met haar in discussie te gaan.
  • die Generation = de generatie
  • betreffen + A = raken
  • Viele Probleme betreffen vor allem Jugendliche. = Veel problemen raken alleen jongeren.
  • der Klimaschutz = de bescherming van het klimaat
  • die A rmut = de armoede
  • Aids = aids
  • verlangen + A = verlangen
  • insgesamt = in totaal
  • die Resolution = de resolutie
  • Die Jugendlichen haben den Politikern eine Resolution überreicht. = De jongeren hebben de politici een resolutie overhandigd.
  • der Staatschef = het staatshoofd
  • der / die Delegierte = de afgevaardigde
  • raten + D + A = adviseren
  • der Standpunkt = het standpunt
  • einen Standpunkt vertreten = een standpunt innemen
  • verändern + A = veranderen
  • das Versprechen = de belofte
  • erinnern an + A = herinneren aan
  • die Kluft = de kloof
  • die Klüfte = de kloven
  • Die Kluft zwischen Arm und Reich wird immer größer. = De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter.
  • die Zusammenarbeit = de samenwerking
  • parallel = tegelijkertijd
  • die Forderung = de eis
  • Forderungen stellen = eisen stellen
  • das Ozonloch = het gat in de ozonlaag
  • infizieren + A = infecteren
  • die Hauptursache = de hoofdreden
  • investieren in + A = investeren in
  • Die Regierungen investieren zu wenig in Schulen. = De regeringen investeren te weinig in scholen.
  • der CO2-Ausstoß = de CO2-uitstoot
  • die Prävention = de preventie
  • schwanger = zwanger
  • benötigen + A = nodig hebben
  • die Arznei = het geneesmiddel
  • Kranke Menschen benötigen Arznei. = Zieke mensen hebben geneesmiddelen nodig.
  • verschmutzt = vervuild
  • der Studienplatz = de studieplaats
  • trotzdem = toch
  • die Waise = de wees
  • Viele Kinder werden durch Aids zu Waisen. = Veel kinderen worden wees door aids.
  • gering = gering
  • der Klimawandel = de klimaatverandering
  • das Aufklärungsprogramm = het voorlichtingsprogramma
  • die Investition = de investering
  • die Bildung = onderwijs
  • die Energiequelle / der Energieträger = de energiebron