Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • abseits = naast, behalve
  • der ADAC = de ANWB
  • allerdings = echter, toch, in elk geval, zeer zeker
  • die Anzahl = het aantal
  • baumeln = bengelen
  • bevor = voordat
  • bewirtschaften = uitbaten
  • bitten um = verzoeken
  • brauchen = nodig hebben
  • drohen = dreigen
  • Après Ski = après ski
  • einzigartig = uniek
  • der Erlebniswanderweg = de avonturenwandelroute
  • gelegentlich = soms
  • gewählt (wählen) = gekozen (kiezen)
  • das Märchen = het sprookje
  • die Messe = de beurs
  • der Pendler = de forens
  • spenden = uitgeven, verbruiken
  • der Stau = de file
  • die Stoßzeit = het spitsuur
  • die Strecke = het traject
  • die Veranstaltung = het evenement
  • die Verkehrslage = de verkeerssituatie
  • der Vorfall = de gebeurtenis
  • das Wochenende = het weekeinde
  • das Zeitpolster = de tijdsmarge
  • zeitweise = soms, af en toe
  • die Zielgruppe = de doelgroep
  • zuerst = als eerste
  • die Zweiergruppe = het groepje van 2