Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • anregen = stimuleren
  • bar = contant
  • bewältigen = verwerken
  • das Gehalt = het salaris
  • das Meer = de zee
  • der Aufenthalt = het verblijf
  • der Gurt = de gordel
  • der Schinken = de ham
  • die Aufgabe = de taak
  • die Ernte = de oogst
  • die Lage = de situatie
  • die Speise = het gerecht
  • die Verzögerung = de vertraging
  • eintreffen = aankomen
  • ersetzen = vervangen
  • furchtbar = vreselijk
  • harmlos = onschuldig, ongevaarlijk
  • je = ooit; per
  • leider = helaas
  • pfeifen = fluiten
  • schwänzen = spijbelen
  • sich leisten = zich veroorloven
  • stolz = trots
  • verführen = verleiden
  • wachsen = groeien
  • zustimmen = goedkeuren