Vervoer

Vervoer leren in het Duits


Wil je verschillende vervoersmiddelen leren in het Duits?
Leer dan deze lijst met Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • das Auto = de auto
  • das Motorrad = de motorfiets
  • das Fahrrad = de fiets
  • das Moped = de brommer
  • der Zug = de trein
  • die erste Klasse = de eerste klas
  • die Rückfahrkarte = het retourtje
  • das One-Way-Ticket = het enkeltje
  • der Hochgeschwindigkeitszug = de hogesnelheidstrein
  • der Bus = de bus
  • die Straßenbahn = de tram
  • die U-Bahn = de metro
  • das Flugzeug = het vliegtuig
  • Der Flughafen = het vliegveld
  • die Zwischenlandung = de tussenlanding
  • der Flug = de vlucht
  • das Sportflugzeug = het sportsvliegtuigje
  • den Lieferwagen = de bestelbus
  • der LKW = de vrachtwagen
  • den Tanker = de tankwagen
  • den Traktor = de tractor
  • der Hubschrauber = de helikopter
  • das Boot = de boot
  • die Fähre = de veerboot
  • das Schiff = het schip
  • das Fischerboot = de vissersboot
  • das U-Boot = de onderzeeër
  • die Passagiere = de passagiers
  • den Heißluftballon = de luchtballon
  • das Geländewagen = de terreinwagen
  • das Rennauto = de raceauto
  • das Schneemobil = de sneeuwscooter
  • das Taxi = de taxi
  • den Abschleppwagen = de takelwagen