Your address is information about where you live of where you can be reached.
Je adres is informatie over waar je woont of waar je te bereiken bent.
The Dam in Amsterdam can be found at the centre.
De Dam in Amsterdam kan worden gevonden in het centrum.
Did you see that new movie at the cinema yet?
Heb je die nieuwe film al in de bioscoop gezien?
Amsterdam is a city.
Asmterdam is een stad.
Please, come inside, it is raining cats and dogs.
Asltublieft, kom binnen, het regent pijpenstelen.
Before internet, people wrote a letter too eachother.
Voor het internet, mensen schreven elkaar een brief.
Are you near a supermarket, I am all out of coffee.
Ben je in de buurt van een supermarkt, ik heb helemaal geen koffie meer.
She was very nice .
Ze was heel aardig.
Let's go outside! The sun is shining.
Laten we naar buiten gaan! De zon schijnt.
He jumped into the swimming pool, without his bathing suit.
Hij dook in het zwembad, zonder zijn zwemkleren.
Can you give me your telephone number, so I can call you.
Kan je me je telefoonnummer geven, dan kan ik je bellen.
They went to a play in the theatre.
Ze gingen naar een toneelstuk in het theater.
He asked her a question, she did not know to answer.
Hij vroeg haar een vraag, die ze niet wist te antwoorden.
Can I (to) ask you a question?
Mag ik jou wat vragen?
In the evening we (to) eat diner.
In de avond eten we avondeten.
Let's (to) go to Paris this summer!
Laten we gaan naar Parijs deze zomer.
Will you (to) go out with me?
Wil je met me uitgaan.
You are going to like this, it is so you.
Je gaat dit leuk vinden, het is echt wat voor jou.
I am going to live in Amsterdam.
Ik ga in Amsterdam wonen.
Can you (to) send that package over the mail?
Kan je dat pakket over de post sturen?
I am afraid to talk in public.
Ik ben bang om in het openbaar te praten.
Can you (to) tell me the story of Cinderella again?
Kan je me het verhaal van Assepoester opnieuw vertellen?
He decided to write a book about his experiences.
Hij besloot een boek te schrijven over zijn ervaringen.
Shall we play together.
Zullen we samen gaan spelen?
I wrote a letter to my pen-friend.
Ik schreef een brief naar mijn penvriend / in.