Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • experience = ervaring (de)
  • utterly/ extremely = uiterst
  • trade/ profession = vak (het)
  • master = beheerst
  • is disappearing = verdwijnt
  • completely = geheel
  • employers = werkgevers
  • make = stellen eisen
  • demands = eisen
  • difficulties = moeilijkheden
  • expect = verwachten
  • profession = beroep (het)
  • service(s) = dienstverlening (de)
  • situation = situatie (de)
  • catering industry = horeca (de)
  • (medical) care = zorg (de)
  • automation/ IT = automatisering (de)
  • need = behoefte (de)(aan)
  • staff = personeel (het)
  • knowledge economy = kenniseconomie (de)
  • is the case = is het geval
  • remarkable = merkwaardig
  • migrants = migranten
  • realize = besef
  • seems to me = lijkt me
  • combination = combinatie (de)
  • traineeship = stage (de)
  • volunteer = niet-betaald
  • future = toekomst (de)
  • permanent/ fixed = vast
  • mainly = voornamelijk
  • temporary = tijdelijk
  • in the beginning = in het begin
  • part-time = deeltijd
  • hope = hoopt
  • soon = gauw
  • employ = nemen aan
  • employees = werknemers
  • fire/ dismiss = ontslaan
  • decides = beslist
  • boss = baas (de)
  • jobless = werkloos
  • fired = ontslagen
  • benefit = uitkering (de)
  • presume = neem aan
  • demands/ insists = eist
  • accept = aannemen
  • fits = past (bij)
  • relation/ connection = band (de)
  • society = maatschappij (de)
  • about that = daar … over