Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • easy = makkelijk
  • computing = computeren
  • good at = goed in
  • swim = zwemmen
  • football = voetbal
  • player = speler
  • angry = boos
  • cup of coffee = kopje koffie
  • often = vaak
  • cheap = goedkoop
  • expensive = duur
  • fun = leuk
  • tired = moe
  • dance = dansen
  • learn = leren
  • talk = praten
  • hobby = hobby
  • maths = wiskunde
  • teacher = docent
  • in the evening = ‘s avonds
  • must = moeten
  • healthy = gezond
  • stupid = stom
  • choose = kiezen
  • finish = afmaken
  • forget = vergeten
  • try = proberen
  • class = les
  • exercise = oefening
  • game = spel
  • holiday = vakantie
  • test = toets
  • French = Frans
  • week = week
  • find = vinden
  • use = gebruiken
  • people = mensen
  • waiter = ober
  • but = maar
  • everyone = iedereen
  • morning = ochtend
  • nothing = niets