Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • art historian = kunsthistoricus
  • auction = veiling
  • care = erom geven
  • cheeky = brutaal
  • complicated = moeilijk
  • control = beheersen
  • drag = slepen
  • elaborate = gedetailleerd
  • fetch = halen
  • figure out = erachter komen
  • First come, first served. = Wie het eerst komt, het eerst maalt.
  • fish finger = visstick
  • freedom of expression = vrijheid van meningsuiting
  • freezer = vriezer
  • glorify = verheerlijken
  • issue = kwestie
  • masterpiece = meesterwerk
  • message = boodschap
  • not to mention = laat staan
  • occupy a place = innemen
  • poor taste = slechte smaak
  • pose a question = een vraag stellen
  • put the finishing touch on = de laatste hand leggen aan
  • shopping trolley = winkelwagen
  • sign = ondertekenen
  • signature = signatuur
  • spray paint = verf uit een spuitbus
  • striking = opvallend
  • tend to = neigen
  • through = tot en met
  • ugly = lelijk
  • united = harmonieus
  • upside-down = ondersteboven
  • vibrant colour = heldere kleur
  • vivid image = levendig beeld
  • walking tour = wandeling met gids
  • angel = engel
  • attract interest = belangstelling trekken
  • bacon = spek
  • birth = geboorte
  • build up = opbouwen
  • built up = bouwde op / opgebouwd
  • butcher = slager
  • chapter = hoofdstuk
  • chart = top 10
  • clever = knap
  • emerge = tevoorschijn komen
  • fascinating = fascinerend
  • frustration = frustratie
  • giant = reus
  • in short = kortom
  • influential = invloedrijk
  • insight = inzicht
  • juicy = sappig
  • meanwhile = ondertussen
  • modest = bescheiden
  • mythical = mythisch
  • novel = roman
  • physics = natuurkunde
  • ready-made = kant-en-klaar
  • romance = romantiek
  • scratch = krabben
  • slice = plak
  • sum = som
  • take somebody by surprise = iemand verrassen
  • tender = mals
  • tremendously = enorm
  • vampire = vampier
  • werewolf = weerwolf
  • be in charge = de leiding hebben
  • builder = bouwer
  • ceiling = plafond
  • compose music = muziek componeren
  • costume = kostuum
  • cover = bedekken
  • fine = prima
  • get across = duidelijk maken
  • hole = gat
  • lighting = verlichting
  • multi-purpose = multifunctioneel
  • picture = schilderij
  • poetry = poëzie
  • set-up = opbouw
  • sound system = geluidsinstallatie
  • thrill = opwinding
  • airplane = vliegtuig
  • at sea = op zee
  • plane crash = vliegtuigongeluk
  • precise = nauwkeurig
  • run out of = niet meer hebben
  • ship = schip
  • spacecraft = ruimteschip
  • ad campaign = advertentiecampagne
  • agreement = overeenkomst
  • beautician = schoonheidsspecialiste
  • believable = geloofwaardig
  • blend = mengen
  • blew up = blies op
  • blow up = opblazen
  • blown up = opgeblazen
  • bullet = kogel
  • calculate = berekenen
  • chemicals = chemicaliën
  • chemist = chemicus
  • cosmetics = cosmetica
  • designer = ontwerper
  • director = regisseur
  • drawing = tekening
  • free of charge = gratis
  • jewellery = sieraden
  • landscape = landschap
  • lifelike character = levensecht personage
  • manufacturer = producent
  • movie theatre = bioscoop
  • nail varnish = nagellak
  • sacred = onschendbaar
  • seek = nastreven
  • shake = schudden
  • shaken = geschud
  • shook = schudde
  • simulate = simuleren
  • skin = huid
  • sought = streefde na / nagestreefd
  • spectacular = spectaculair
  • spy = spion
  • stir = roeren
  • surface = oppervlakte
  • understanding of = inzicht in
  • vast = enorm groot
  • virtual = virtueel