Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • alive = levend
  • cautiously = voorzichtig
  • dull = vervelend
  • electrical = elektrisch
  • the applicant = de sollicitant
  • the body fat = lichaamsvet
  • the candle = de kaars
  • the director = de directeur
  • the fax = de fax
  • the firefighter = de brandweerman
  • the grill pan = de grillpan
  • the heater = de verwarming
  • the herb = het kruid
  • the priority = de prioriteit
  • the scene = de plaats delict
  • the skill = de vaardigheid
  • the the property = het eigendom
  • to accept = accepteren
  • to attend = ter plaatse gaan
  • to burn = verbranden
  • to caught alight = vlam vatten
  • to confirm = bevestigen
  • to discover = ontdekken
  • to gather = verzamelen
  • to hang = hangen
  • to hesitate = aarzelen
  • to install = installeren
  • to knock = kloppen
  • to look forward = verheugen op
  • to perform = uitvoeren
  • to reduce = verminderen
  • to require = nodig hebben
  • to rescue = redden
  • to survive = overleven
  • to wonder = afvragen
  • verbal = mondeling