Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • the appetizer = het borrelhapje
  • to garnish = garneren
  • the hummus = de hummus
  • the parsley = de peterselie
  • to scrape = schrapen
  • the serving dish = een groot bord
  • the wedge = een punt(je)
  • the brillo pad = het brillosponsje
  • the chunk = het deel
  • the crux = de kern
  • the equivalent = het equivalent
  • the inch = de inch
  • to light = aansteken
  • the short = kortsluiting
  • the skill = de vaardigheid
  • to smoulder = smeulen
  • the steel wool = de staalwol
  • to tear off = afscheuren
  • the tinder = de tondel
  • the wetfire = het aanmaakblokje
  • wind up with = eindigen met iets
  • to complicate = moeilijker worden
  • to conquer = veroveren
  • the empire = het rijk
  • industrious = ijverig
  • linguistic = taalkundig
  • look the part = erop lijken
  • to occupy = bezetten
  • to populate = bevolken
  • self-govern = autonoom
  • the territory = de gebieden
  • understandable = begrijpelijk
  • to divert = wegleiden
  • the get-away = de vlucht
  • the havoc = de warboel
  • the jack-knife = een zakmes
  • the junction = de kruising
  • to revise = herzien
  • the rush hour = het spitsuur
  • the timetable = de dienstregeling
  • treacherous = bedrieglijk
  • wintry = winters
  • the congestion = verkeersopstopping
  • the greenhouse gas = het broeikasgas
  • idle = nutteloos
  • offset = compenseren
  • to reduce = verminderen
  • the respiratory issue = het ademhalingsprobleem
  • significantly = significant
  • sustainable = duurzaam
  • the vehicle miles travel = gereden kilometers per voertuig
  • to cram into = opeenpakken
  • the demand = de vraag
  • to depend on = hangt af van
  • the factory farming = de intensieve veehouderij
  • the production unit = de productie-eenheid
  • the profit = de winst
  • the retailer = de detailhandelaar
  • tragically = tragisch
  • ultimate = uiterste
  • urgently = urgent
  • the ant = de mier
  • the armour = harnas
  • the claw = de klauw
  • elusive = ongrijpbaar
  • enlarge = vergroten
  • the grub = de larve
  • the hedgehog = de egel
  • the mammal = het zoogdier
  • to poke into = porren in
  • the porcupine = het stekelvarken
  • the radio transmitter = de radiozender
  • the snout = de snuit
  • the spike = de stekel
  • to stoke up = opstoken
  • strengthen = versterken
  • the termite = de termiet
  • weirdly = vreemd
  • ancient = oud