Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • bright = fel
  • sporty = sportief
  • stall = kraam
  • anything = iets
  • suitable = geschikt
  • only = slechts
  • markets = markten
  • nice = leuk
  • department store = warenhuis
  • understand = begrijpen
  • exciting = opwindend
  • history = geschiedenis
  • latest = nieuwst
  • trip = uitstapje
  • tour = rondleiding
  • game = wedstrijd
  • important = belangrijk
  • stadium = stadion
  • teenagers = tieners
  • older = ouder
  • throw = gooien
  • litter = afval
  • streets = straten
  • damage = beschadigen
  • clean = schoon
  • steak = biefstuk
  • adventurous = avontuurlijk
  • crowded = druk
  • waiter = ober
  • beer = bier
  • fizzy water = mineraalwater
  • tap = kraan
  • pass = geef door
  • serviette = servet
  • sure = zeker