Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • attraction = attractie, bezienswaardigheid
  • be used to (to) = gewend zijn aan
  • citizen = inwoner, burger
  • consist of (to) = bestaan uit
  • depart (to) = vertrekken
  • develop (to) = (zich) ontwikkelen
  • discount = korting
  • enormous = enorm, heel groot
  • explore (to) = verkennen
  • harbour = haven
  • impressive = indrukwekkend
  • island = eiland
  • packed = overvol
  • railway = spoorweg
  • return (ticket) = retourtje
  • road sign = verkeersbord
  • single (ticket) = enkeltje
  • skyscraper = wolkenkrabber
  • statue = standbeeld
  • steep = steil
  • tourist = toerist
  • trade (to) = handelen
  • urban = stedelijk
  • well-known = bekend