Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • trip = reis(je)
  • cycling trip = fietstocht
  • castle = kasteel
  • guide = gids
  • tourist = toerist
  • group = groep
  • to forget (forgot-forgotten) = vergeten
  • sight = bezienswaardigheid
  • famous = beroemd
  • to visit = bezoeken
  • visit = bezoek
  • visitor = bezoeker
  • map = (land)kaart
  • to find (found-found) = vinden
  • place = plaats
  • to fill in = invullen
  • form = formulier
  • to enjoy = genieten van
  • while = terwijl
  • to pack = inpakken
  • to park = parkeren
  • car park = parkeerterrein
  • to hitchhike = liften
  • lift = lift
  • to offer = aanbieden
  • to spend (spent-spent) = uitgeven