Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • wholesale = groothandel
  • retail = detailhandel
  • retailer = detaillist/kleinhandelaar
  • bulk = grote hoeveelheid
  • to insure = verzekeren
  • insurance = verzekering
  • to cover = dekken
  • to establish/to found = oprichten/stichten
  • to transfer = overplaatsen
  • to locate = vestigen
  • benefit/advantage = voordeel
  • to profit/to benefit = profiteren
  • prosperous = welvarend
  • prosperity = welvaart
  • to prosper/to flourish = bloeien
  • joint = gezamenlijk
  • to boost = stimuleren
  • turnover = omzet
  • outlet = verkooppunt
  • to invent = uitvinden
  • invention = uitvinding
  • recession/slump = recessie
  • supply and demand = vraag en aanbod
  • equivalent = equivalent
  • to switch (to) = overschakelen (op)
  • switch = overschakeling
  • warehouse = pakhuis/magazijn
  • barrier = belemmering/barrière
  • to outsource = uitbesteden