Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • to bear - bore - born = (ver)dragen
  • to beat - beat - beat = (ver)slaan
  • to begin - began - begun = beginnen
  • to bet - bet - bet = wedden
  • to bind - bound - bound = binden
  • to bleed - bled - bled = bloeden
  • to break - broke - broken = breken
  • to breed - bred - bred = broeden;fokken
  • to broadcast - broadcast - broadcast = uitzenden
  • to burn - burnt - burnt = branden
  • to burst - burst - burst = barsten
  • to buy - bought - bought = kopen
  • to can - could = kunnen
  • to choose - chose - chosen = kiezen
  • to cling - clang - clung = zich vastklemmen
  • to cost - cost - cost = kosten
  • to creep - crept - crept = kruipen
  • to cut - cut - cut = snijden;knippen
  • to deal - dealt - dealt = handelen
  • to drink - drank - drunk = drinken
  • to feed - fed - fed = voeren;voeden
  • to fight - fought - fought = vechten
  • to flee - fled - fled = vluchten
  • to forbid - forbade - forbidden = verbieden
  • to freeze - froze - frozen = vriezen
  • to grind - ground - ground = malen;slijpen
  • to hide - hid - hidden = verbergen
  • to hurt - hurt - hurt = zich bezeren;pijn doen
  • to lay - laid - laid = leggen
  • to lend - lent - lent = uitlenen