Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • What are your hobbies? = Wat zijn je hobby's?
  • My hobbies are playing football and playing the keyboard. = Mijn hobby's zijn voetballen en keyboard spelen.
  • What is your favourite hobby? = Wat is je lievelingshobby?
  • My favourite hobby is playing tennis. = Mijn lievelingshobby is tennissen.
  • What do you want to do? = Wat wil je doen?
  • I want to play hockey. = Ik wil hockeyen.
  • Do you want to walk the dog? Yes, I do. No, I don't. = Wil je de hond uitlaten? Ja, ik wil wel. Nee, ik wil niet.
  • Can I ask you a question? Yes, you can. No, you can't. = Mag ik je wat vragen? Ja, dat mag je. Nee, dat mag je niet.