Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • to hire = aannemen
  • appointment = afspraak
  • to cancel = afzeggen
  • ambitious = ambitieus
  • job = baan
  • colleague = collega
  • CV; résumé = cv
  • to pass on = doorgeven
  • office = kantoor
  • to apply for = solliciteren naar
  • to call back = terugbellen
  • vacancy = vacature
  • to improve = verbeteren
  • This is Ryan Peterson calling. = Je spreekt met Ryan Peterson.
  • I would like to speak to Mr Leerey, please. = Ik zou graag met meneer Leerey spreken.
  • Sorry, he’s not in right now. Can I ask why you are calling? = Sorry, hij is er niet. Mag ik vragen waarom je belt?
  • Could I leave a message for Mr Leerey? = Kan ik een boodschap achterlaten voor meneer Leerey?
  • I’m calling about the internship I saw on your website. = Ik bel over de stageplaats die ik op uw website heb gezien.
  • I would like to leave my name and phone number. It’s Ryan Peterson, 0151 229 3298. = Ik zou graag mijn naam en telefoonnummer achterlaten. Dat is Ryan Peterson, 0151 229 3298.
  • Do you have any experience? = Heb je ervaring?
  • I was quite good at art in secondary school. = Ik was best goed in tekenen op de middelbare school.
  • I’ve always been interested in designing. = Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in ontwerpen.
  • I like to work with my hands. = Ik werk graag met mijn handen.
  • I’ve had different side jobs. = Ik heb verschillende bijbaantjes gehad.
  • I’m currently in my final year of secondary school. = Ik zit momenteel in mijn laatste jaar van de middelbare school.
  • I’ve got excellent drawing skills. = Ik ben bijzonder goed in tekenen.
  • What are your plans for the future? = Wat zijn je toekomstplannen?
  • I would really like to work abroad. = Ik zou graag in het buitenland werken.
  • Where do you see yourself in 20 years? = Waar zie je jezelf over 20 jaar?
  • I hope to be a professional artist at Disney someday. = Ik hoop dat ik op een dag professioneel ontwerper bij Disney ben.
  • As a child, what did you want to be when you grew up? = Wat wilde je als kind worden als je later groot was?
  • I wanted to grow up to be a carpenter. = Ik wilde timmerman worden.
  • When I was young I dreamt about becoming a professional tennis player. = Toen ik jong was droomde ik dat ik professioneel tennisser zou worden.
  • My big dream was to become a firefighter. = Mijn grote droom was om brandweerman te worden.