Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • above = boven
  • A tomb is a large grave that is above ground.

    Een graftombe is een groot graf boven de grond

  • angry = boos
  • And so this makes Dan more angry.

    boos

  • close = dik bevriend
  • each other = elkaar
  • Oh, we can see each other.

    elkaar

  • friend = vriend / vriendin
  • However, as your friend, maybe I should tell you.

    vriend / vriendin

  • friendly = vriendelijk
  • the warm and friendly spirit

    vriendelijk

  • husband = echtgenoot / man
  • he was your husband and you loved him?

    echtgenoot / man

  • in love = verliefd
  • to fall in love

    verliefd worden

  • married = getrouwd
  • They got married two years ago.

    Twee jaar geleden zijn ze getrouwd.

  • neighbour = buurman / buurvrouw
  • Unless you desire for your neighbour,

    buurman / buurvrouw

  • nervous = zenuwachtig
  • He worries about exams because he gets really nervous.

    zenuwachtig

  • next to = naast
  • The London Aquarium is next to the London Eye.

    naast

  • party = feestje
  • Did you have fun at my birthday party?

    feest / feestje

  • (to) chat = babbelen
  • This won't be an interrogation, just a friendly chat.

    babbelen

  • (to) kiss = kussen
  • kiss me as if it were the last time.

    kussen

  • (to) listen to music = muziek luisteren
  • (to) meet = ontmoeten
  • Come over here! I want you to meet a friend of mine.

    ontmoeten

  • (to) play = spelen
  • (to) queue = in de rij staan
  • in a queue for six hours...

    in de rij staan

  • (to) visit = bezoeken
  • a social visit.

    bezoeken

  • (to) wait = wachten
  • CAPTAIN: Hey, wait a minute!

    wachten

  • (to) watch TV = tv kijken
  • So, um, just make yourself at home. You can watch TV, or...

    tv kijken

  • wife = echtgenote / vrouw
  • ...and finds your wife in bed with her lover...

    echtgenote / vrouw

  • with = met
  • He loved her with all his heart.

    Hij hield van haar met heel zijn hart.

  • pencil = potlood
  • Do you have a piece of paper and a pencil?

    potlood