Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • an acquaintance = een kennis
  • Just who are you talking about? an acquaintance of yours.

    een kennis

  • appointment = afspraak
  • I can’t come, I have an appointment at five.

    afspraak

  • behind = achter
  • The thin man is standing behind the girl.

    achter

  • birthday = verjaardag
  • Happy birthday.

    verjaardag

  • divorced = gescheiden
  • My parents are divorced.

    Mijn ouders zijn gescheiden ...

  • end = einde
  • is at the end of the pathway, sir.

    einde

  • engaged = in gesprek
  • here you are = alsjeblieft
  • in front of = voor
  • he stayed in front of me.

    voor

  • invitation = uitnodiging
  • What's your address? I'll send you an invitation to my party.

    uitnodiging

  • no answer = geen gehoor
  • phone number = telefoonnummer
  • postcard = kaart
  • So long, boys! l'll send you a postcard

    kaart

  • pub = café
  • relation = familielid
  • surname = achternaam
  • My surname is Navarro.

    achternaam

  • this way = deze kant op
  • Come on. this way!

    deze kant op

  • (to) dial a number = een nummer kiezen
  • (to) enjoy = genieten van
  • enjoy this place while you can.

    genieten van

  • (to) invite = uitnodigen
  • It's so kind of you to invite me into your own home.

    uitnodigen

  • (to) phone = telefoneren
  • (to) thank = bedanken
  • Oh, thank you, Frith.

    bedanken

  • wrong number = verkeerd verbonden
  • You're welcome = graag gedaan
  • “Thank you,” I said. “You're welcome,” she said.

    graag gedaan

  • conversation = gesprek
  • 'Cause I really enjoyed the conversation we just had

    gesprek