Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • baby = baby
  • find the baby a new mom.

    baby

  • boy = jongen
  • The girl and boy are sister and brother.

    Het meisje en de jongen zijn zus en broer.

  • brother = broer
  • The girl and boy are sister and brother.

    Het meisje en de jongen zijn zus en broer.

  • child = kind
  • A girl is a female child.

    Een meisje is een vrouwelijk kind.

  • cousin = neef of nicht
  • Then there was a cousin of hers,

    neef of nicht

  • dad = papa
  • Don't tell my dad

    papa

  • mum = mama
  • mum went out with a sailor.

    mama

  • family = familie
  • I regard many of you as family.

    Ik beschouw velen van jullie als familie.

  • father = vader
  • The knight was the father of his squire.

    De ridder was de vader van zijn schildknaap.

  • mother = moeder
  • When a women gets a baby she becomes a mother.

    Wanneer een vrouw een baby krijgt wordt ze een moeder.

  • friend = vriend
  • for a friend of mine. Bruce Wayne.

    vriend

  • girl = meisje
  • The girl and boy are sister and brother.

    Het meisje en de jongen zijn zus en broer.

  • grandfather = opa
  • Your great-grandfather gave this watch...

    opa

  • grandmother = oma
  • My grandmother is very old-fashioned.

    Mijn oma is erg ouderwets.

  • (to) live = leven
  • to live in terror

    leven

  • old = oud
  • How old are you anyway?

    Hoe oud ben je eigenlijk?

  • person = persoon
  • The person in the photograph is his girlfriend.

    persoon

  • people = mensen
  • He's a gunfighter, he's a guy that settles things by shooting people.

    mensen

  • sister = zus
  • The girl and boy are sister and brother.

    Het meisje en de jongen zijn zus en broer.

  • woman = vrouw
  • The woman in grey is an actor.

    vrouw

  • young = Jong
  • Good morning, my dear young ladies.

    Jong

  • man = man
  • The man next to Mum is my father.

    man

  • men = mannen
  • A corporal should always know exactly how many men he has under him.

    mannen

  • women = vrouwen
  • Weeping women! Who are you and what are you doing here?

    O wenende vrouwen! Wie zijn jullie en wat doen jullie hier?

  • single = ongetrouwd