Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • tonight = vanavond
  • Would you like to go out with me tonight?

    Wil je vanavond met me uit?

  • Sounds = Klinkt
  • Sounds cool. I'd love to.

    Klinkt leuk. Dat zou ik erg graag willen.

  • party = feestje
  • How about coming along to the party on Saturday?

    Wat dacht je ervan om zaterdag mee naar het feestje te gaan?

  • Sure = Natuurlijk
  • Sure. Pick me up at seven.

    Natuurlijk. Haal me maar om zeven uur op.

  • Perhaps = misschien
  • I'm afraid I can't. Perhaps another time.

    Ik ben bang dat ik niet kan. misschien een andere keer.

  • cinema = bioscoop
  • Do you feel like going to the cinema tonight?

    Heb je zin om vanavond naar de bioscoop te gaan?

  • bowling = Wil je volgende week met me gaan bowlen?
  • Would you like to go bowling with me next week?

    Wil je volgende week met me gaan bowlen?

  • Great = Geweldig
  • Great!

    Geweldig!

  • seeing = zien
  • I am looking forward to seeing you there.

    Ik kijk er naar uit om je daar te zien.

  • swimming pool = zwembad
  • Let's go to the swimming pool.

    Laten we naar het zwembad gaan.

  • Kind = aardig
  • It was very Kind of you to invite me.

    Erg aardig van je dat je me hebt uitgenodigd.

  • enjoying = Vermaak
  • Are you enjoying yourself?

    Vermaak je je?

  • sister = zus
  • He is in love with my sister.

    Hij is verliefd op mijn zus.

  • fun = plezier
  • We had a lot of fun at the party.

    We hadden veel plezier op het feest.

  • joke = grapje
  • Everybody laughed at his joke.

    Iedereen lachte om zijn grapje.